De Wet maatschappelijke ondersteuning is in 2007 in werking getreden. Het doel van deze wet is 'meedoen'. Mensen moeten zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Ze moeten ook kunnen meedoen in de samenleving.
Sinds 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de WMO. Elke gemeente doet dat op haar eigen manier.
Voor ondersteuning via de WMO moet u een bijdrage betalen. Deze bijdrage is afhankelijk van uw inkomen, uw leeftijd en uw vermogen.
Misschien hebt u, vanwege een beperking, recht op een WMO-voorziening. Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden.
Privé-eigendommen mogen meestal niet in de gemeenschappelijke ruimtes staan. Een scootmobiel mag dan ook niet in de hal of op de galerij staan, want dat is lastig en gevaarlijk. Een scootmobiel kan gemakkelijk brand veroorzaken.
Voor een scootmobiel is meestal ook nog een elektra-aansluiting nodig. De meeste VvE’s zeggen daarom dat een scootmobiel moet worden gestald in de woning zelf, in de berging of in de fietsenstalling.
Kan de scootmobiel alleen in de gemeenschappelijke ruimte staan? Dan kunt u de vergadering om toestemming vragen. Daarvoor is een gewone meerderheid (de helft plus 1) nodig. De meeste VvE’s zullen die toestemming echter niet geven.
Verwacht u dat u gebruik zult gaan maken van een scootmobiel? Of hebt u er al een? Vraag dan eerst wat de mogelijkheden zijn.
Soms moet de rechter eraan te pas komen. Hij moet dan bijvoorbeeld beoordelen of de scootmobiel op de galerij mag staan.
De rechter kijkt dan naar de gezondheidssituatie, de brandveiligheid en de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Vanwege deze wet mag de VvE de toestemming niet weigeren als er geen alternatieve stallingsmogelijkheden zijn. Dan moet het wel gaan om een scootmobiel die de eigenaar nodig heeft om zich buitenshuis te verplaatsen.
Of het alternatief ‘redelijk’ is? De rechter kijkt daar objectief naar. Hij houdt er geen rekening mee wat de andere bewoners ervan vinden. Ook niet of andere mensen een ander alternatief voorstellen. Het gaat om de gehandicapte of chronisch zieke die om de voorziening vraagt.
‘Waar mag mijn scootmobiel staan?’
Ik woon in een complex met een VvE en ik heb een Wmo-verklaring dat ik een scootmobiel nodig heb. Ik heb geen idee waar ik die moet plaatsen. In mijn appartement is geen ruimte.
Het maakt niet uit of u eigenaar of huurder bent. De VvE mag een voorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) niet weigeren; ook niet als het gaat om woningaanpassing of om aanpassing van de gemeenschappelijke delen.
U moet kunnen aantonen dat de scootmobiel echt niet in uw woning kan staan. Als hij daar echt niet past, moet de VvE meewerken aan een oplossing. In het Modelreglement 2017 is dat goed geregeld: als de scootmobiel niet in het eigen appartement past, mag hij in de algemene ruimte staan. De VvE mag wel een andere stallingsplaats aanwijzen dan de scootmobielgebruiker voor ogen heeft. Bijvoorbeeld als de (brand)veiligheid in het geding is.
Moeten er kosten worden gemaakt voor een voorziening? Bijvoorbeeld een extra stopcontact? Die moeten worden betaald door degenen die de voorziening nodig heeft, dus niet door de VvE.
In veel complexen wonen mensen die slecht ter been raken. Zij willen hun zelfstandigheid niet kwijt. Daarvoor hebben ze voorzieningen nodig. Ze kunnen aan de vergadering toestemming vragen om bepaalde voorzieningen te mogen plaatsen.
Bij de tekst onder ‘Scootmobiel’ leest u dat het voor de vergadering soms lastig is om toestemming te geven. Het gaat altijd om bijzondere omstandigheden.
De VvE moet rekening houden met allerlei zaken. Kunnen de andere bewoners het gebouw nog gemakkelijk in? Wat doet de voorziening met de uitstraling van het gebouw? Hoe zit het met de brandveiligheid? Wat betekent het voor de bewoner als hij geen toestemming krijgt?
Al die belangen moeten meespelen als de vergadering een besluit gaat nemen. Als de vergadering er niet uitkomt, kan ze aan de rechter vragen om een eindoordeel te geven.